Er bestaan verschillende manieren om de bloeddruk bij mens en dier te meten. Laat ons gemakshalve dit antwoord beperken tot de meest gekende en meest frequent toegepaste techniek, waarbij de huisarts met een opblaasbare manchet voorzien van een drukmeter en een stethoscoop de bloeddruk van de patiënt ter hoogte van de bovenarm evalueert.
Een variant van deze techniek wordt heus wel in de diergeneeskunde toegepast. Echter, bloeddrukmeting bij de hond of kat wordt slechts uiterst zelden door een praktijkdierenarts uitgevoerd. De techniek is voornamelijk beperkt tot de kliniekomgeving, en daar zijn toch wel enkele goede redenen voor.
Eerst en vooral hebben we in de diergeneeskunde te maken met een anatomisch probleem: zowel de bovenarm als het bovenbeen van onze huisdieren zijn nog innig verbonden met de romp, waardoor de opblaasbare manchet, in tegenstelling tot bij de mens, hier niet rond aangebracht kan worden. Bij huisdieren wordt de manchet dan maar op de onderarm, het onderbeen of de staart geplaatst.
Een tweede probleem dat zich vervolgens stelt, is dat in deze regio’s de slagaders niet meer met een stethoscoop te beluisteren zijn. Daarom moeten speciale toestellen ingezet worden (een Doppler-toestel of een oscillometer) om de bloedstroom in de (afgeknelde) bloedvaten te evalueren. De manchet moet ook aangepast zijn aan de grootte van het dier om tot een correcte meting te komen waardoor de dierenarts toch een iets uitgebreider (en dus duurder) arsenaal aan materiaal moet aanleggen dan de klassieke huisarts en met een extra koffer moet gaan rondzeulen wil hij of zij tijdens huisbezoeken de bloeddruk gaan opmeten.
Ten derde is het 'white coat' fenomeen in de diergeneeskunde veel meer uitgesproken dan in de humane geneeskunde. Hiermee bedoelen we dat door de stress van in een vreemde omgeving te komen (dierenartsenpraktijk) en de manipulaties van de man of vrouw met de witte jas: fixeren van het dier op de onderzoekstafel, het geluid en het gevoel van de scheermachine (op de plaats waar de Doppler-sonde hoort te komen), het afknellen van een lidmaat,… de bloeddruk van de patiënt automatisch de hoogte in gejaagd wordt waardoor we als dierenarts geen correct beeld krijgen van de eigenlijke bloeddruk van het dier.
Ten vierde is een verhoogde of verlaagde bloeddruk geen diagnose op zich, maar wel een teken dat het dier mogelijk lijdt aan een onderliggende ziekte. Ziektes en aandoeningen die bij onze huisdieren een verhoogde of verlaagde bloeddruk veroorzaken zijn veelal ook op andere manieren op te sporen: een goed klinisch onderzoek, bloedafname,… Veelal helpen deze methodes de dierenarts veel sneller om tot een adequate diagnose te komen. Trouwens, een hoge bloeddruk is voor een klein deel van de honden en katten overigens perfect normaal en betekent dus niet noodzakelijk dat er werkelijk iets mis is met het dier.
Bloeddrukmeting in de kliniekomgeving is dan weer een totaal ander verhaal. Het is immers een zeer waardevolle techniek om de evolutie van een kritieke, gehospitaliseerde patiënt op te volgen en het 'aanslaan' van de therapie te evalueren. De bloeddruk wordt dan regelmatig (meerdere keren per dag gedurende verschillende dagen) genomen, waardoor het dier toch wel went aan de techniek (of te suf is om er iets van te beseffen). De evolutie in de bloeddrukcurve is immers zowel in de humane geneeskunde als de diergeneeskunde veel waardevoller en betekenisvoller dan een enkele bloeddrukmeting.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Veterinaire Morfologie: Embryologie incl. teratologie Anatomie Histologie