Een hele goede vraag!
Het kortste antwoord, is dat er aparte gebaren worden ontwikkeld voor namen (eigennamen, maar ook plaatsnamen, merknamen...). Dat werkt snel.
Wanneer men iemand ontmoet die dat gebaar niet kent of begrijpt, of een naam wil gebruiken die niet frequent voorkomt (een of andere stad in het verre buitenland, een nieuwe politicus...), dan spelt men de naam met een gebarenalfabet. Dat duurt langer, maar is preciezer en voorkomt verwarring.
Dat alfabet is universeler en nauwer verwant aan gesproken en geschreven taal, dan de eigenlijke gebarentalen; die laatste zijn vaak regionaal, en zijn echte taalsystemen op zich, met grammatica, zegswijzen, afkortingen die afwijken van het Nederlands. In Vlaanderen is al heel wat werk gemaakt van standaardisering van gebarentaal, waarbij bijvoorbeeld Vlaamse plaatsnamen al een vast gebaar hebben - eigennamen en merknamen niet.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.