Hoe komt het dat wij het te koud of te warm hebben? De temperatuur van je omgeving is toch altijd lager dan je lichaamstemperatuur?

Antwoord

Je lichaam probeert een constante temperatuur aan te houden van ongeveer 37 graden celsius. Dit systeem werkt als een soort thermostaat (gestuurd door de hypothalamus) die reageert als je lichaamstemperatuur te laag of te hoog wordt. Je lichaam produceert altijd warmte, alleen al door de werking van je organen en spieren. Daarom treedt ook het gevoel van "te warm" al op bij omgevingstemperaturen die lager zijn dan onze lichaamstemperatuur. Het is duidelijk niet zo dat een omgevingstemperatuur van lager en hoger dan 37 graden als koud, respectievelijk warm wordt ervaren. De stelling klopt dus niet helemaal.

Wordt je lichaamstemperatuur te hoog door een te hoge omgevingstemperatuur of een zware inspanning, dan wordt er meer bloed naar de oppervlakte gestuurd (naar de huid) en ga je zweten om zo overtollige warmte kwijt te raken. Dat zweet gaat verdampen en zorgt voor een afkoelingseffect van het bloed in je huid. Dat bloed circuleert en kan zo ook de rest van je lichaam afkoelen.

Als je lichaam afkoelt, dan vernauwen de bloedvaten ter hoogte van de huid, zodat er niet te veel warmte verloren gaat. Je kan ook gaan rillen, en door die spierbeweging ontstaat er ook wat extra warmte. Dit opwarmingseffect gaat samen met een snellere stofwisseling (en dus ook een snellere hartslag en ademhaling).