Eigenlijk werkt het andersom: men vertrekt van water, dat wordt verwarmd (in een kerncentrale door een kernreactie) tot stoom. Die stoom wordt gebruikt om onder hoge druk stoomturbines aan te drijven: dit is een relatief efficiënte manier om elektriciteit te produceren. Eenmaal de stoom de turbines uit is, staat ze onder lage druk en is ze niet meer bruikbaar. Ze wordt dan in koeltorens terug afgekoeld tot water, om daarna terug naar de reactor gepompt te worden om opnieuw opgewarmd te worden. Eventuele restwarmte gaat zo wel verloren.
Moderne elektricititeitscentrales bevatten nog verschillende extra technologieën voor warmtekrachtkoppeling, waardoor de restwarmte op een zo efficiënt mogelijke manier nog verder omgezet kan worden in elektriciteit. Dat is ook in het belang van de elektriciteitsproducent: zo haalt hij zoveel mogelijk elektriciteit uit zo weinig mogelijk brandstof.
Warmte rechtstreeks omzetten in elektriciteit, zonder de tussenkomst van water, wordt nauwelijks gedaan. Het bestaat wel: er zijn thermo-elektrische materialen die dat kunnen. Hun efficiëntie ligt op dit moment echter niet hoger dan 10%, veel minder dan een gewone centrale die met stoomturbines werkt. Dat is niet rendabel. Er is nog veel onderzoek nodig vooraleer efficiënte thermo-elektrische materialen ontwikkeld kunnen worden die geschikt zouden kunnen zijn voor gebruik in elektriciteitscentrales.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
informatica, digitale signaalverwerking, met focus op bewerken en verwerken van audio en muziekgegevens