Antwoord
Kinderen verwerven taal op een min of meer spontane manier, maar dan moeten ze natuurlijk wel toegang hebben tot taal. Ik ken het verhaal van de "grotkinderen" niet, maar ik kan me voorstellen dat het hier gaat om kinderen die opgegroeid zijn zonder (voldoende) contact met een bestaande taal en die daarom een eigen communicatievorm ontwikkeld hebben.
In sommige landen is het nog niet vanzelfsprekend dat alle dove kinderen naar school gaan. Als zo'n doof kind dan opgroeit in een gezin/omgeving waar niemand een gebarentaal kent en het kind heeft ook niet voldoende toegang tot de gesproken taal van zijn/haar familie, omgeving, buurt (voornamelijk omdat het die taal niet hoort), dan kan het gebeuren dat het kind geen enkele bestaande taal (voldoende goed) kan verwerven. In dit geval kan het gebeurden dat het kind samen met zijn gezin/omgeving een eigen communicatievorm ontwikkelt. Dat noemt men in het Engels "home signing". In het algemeen wordt zo'n communicatievorm door taalkundigen niet als (echte) taal beschouwd.
Soms komt een "home signer" later wel in contact met een al bestaande taal en leert hij/zij die taal ook maar blijft hij/zij in sommige gevallen (bijvoorbeeld in contact met broers en zussen) wel de eigen vorm van communicatie gebruiken.
Dus: eenvoudig gesteld: kinderen verwerven normaal gezien op een min of meer spontane manier de taal of talen uit hun omgeving. Maar als er om de een of andere reden geen bestaande taal aanwezig is of de taal in de omgeving is niet voldoende toegankelijk is, dan worden er soms "nieuwe" communicatievormen ontwikkeld.
Reacties op dit antwoord
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.