Wie zegt dat buitenaardse wezens op water leven en niet op iets anders?
Hetgeen men zoekt, is niet zozeer water op zich, maar wel vloeibaar water.
Het is geen toeval dat op Aarde het leven zich in de oceanen ontwikkeld heeft. In een vloeibaar midden zijn moleculen beweeglijker, waardoor ze in die omgeving beter ingewikkeldere vormen kunnen opbouwen. Ook schermde het water het leven af van de schadelijke straling van de zon die vroeger nog niet door de atmosfeer werd tegengehouden. We verwachten dan ook dat elders de ontwikkeling van eenvoudige naar ingewikkelde moleculen het best in vloeibare middens gebeurt.
Moet het dan water zijn? Dat is minder zeker. Maar zoveel andere mogelijkheden zijn er niet. Het moet een molecule zijn die veel voorkomt in het heelal, anders begin je in erg onwaarschijnlijke omstandigheden. De meest voorkomende moleculen zijn moleculair waterstof (H2), water (H2O), koolstofmonoxide (CO) en koolstofdioxide (CO2); ook methaan (CH4) en ammoniak (NH3) komen redelijk veel voor. Van al die moleculen is water deze met het hoogste vries- en kookpunt: het is dus dichter bij de ster vloeibaar dan de andere moleculen, en biedt dus omstandigheden voor mogelijk leven waar er meer energie voorhanden is. Op de Saturnusmaan Titan heb je vloeibaar methaan, maar het is er heel koud, en als daar leven is, dan is het duidelijk nog niet zover geraakt als bij ons.
Een heel merkwaardige en wellicht doorslaggevende eigenschap van water is dat de vaste vorm (ijs) lichter is dan de vloeibare vorm. Daarom bevriest een vijver aan het oppervlak, niet vanaf de bodem. En daardoor bevriest de vijver minder snel: de ijslaag bovenaan wordt een soort deksel die het verlies van warmte beperkt. Die beschermende rol van water kan in de geschiedenis van het leven een cruciale rol hebben gespeeld.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.