Aangenomen wordt dat de kans op de lottocombinatie 1/2/3/4/5/6 even groot is als andere combinaties.
Hoe zit het dan met de kans dat er 6 opeenvolgende getallen getrokken worden? Die moet dan ook even groot zijn als niet opeenvolgende getallen om de geldigheid van de eerste stelling niet te verbreken?
Intuïtief lijkt dit niet zo. Als ik me niet vergis zijn er in de geschiedenis van de Belgische lotto nooit meer dan 4 opeenvolgende getallen getrokken.
Beste Christophe,
Hier is alvast het snelle antwoord zonder veel rekenwerk.
Je statement over de specifieke lottocombinatie 1/2/3/4/5/6 is correct:
Het is gewoon 1 van alle mogelijke uitkomsten uit de trekking, en heeft dus dezelfde kans als eender welke getrokken specifieke volgorde mogelijke lottogetallen op een formulier.
Het statement over 6 opeenvolgende getallen betreft echter geen specifieke combinatie.
Meerdere mogelijke trekkingen uit de totale uitkomstenverzameling beantwoorden aan deze beschrijving, en de kans op een trekking die hieraan beantwoordt is dus groter dan deze op een welbepaalde combinatie, maar blijkbaar nog steeds erg klein. Je intuïtie klopt dus, je redenering was fout.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.