Bloedgroep is een van de vele lichaamskenmerken die erfelijk bepaald zijn. In het algemeen worden dergelijke kenmerken bepaald door een of meerdere genen (=welbepaalde stukjes DNA). Voor de meeste genen bestaan er verschillende "varianten" (in vakjargon 'allelen' genoemd). Mensen kunnen verschillen in de varianten (allelen) die ze in hun erfelijk materiaal dragen. Dit uit zich in dit geval in verschillende bloedgroepen. Wat is het nut hiervan? Biologen gaan ervan uit dat deze variatie in de menselijke (of dierlijke) populatie ervoor zorgt dat parasieten (virussen, bacteriƫn en andere microben) zich nooit aan alle individuen kunnen aanpassen. Zelfs bij de ergste epidemie zullen er dan altijd genoeg individuen overleven om de soort (en de genen die het draagt) tegen uitsterven te behoeden. Deze genetische variatie maakt ook evolutie mogelijk, namelijk de selectie van de best aangepasten aan hun natuurlijk milieu (ook wanneer dat milieu voortdurend verandert).
De functie van onze bloedgroep-antigenen (stoffen op het oppervlakte van de rode bloedcellen) is niet helemaal duidelijk, maar men denkt dat ze inderdaad kunnen te maken hebben met de vatbaarheid voor infectie door bepaalde parasieten.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.