Hoe komt het dat gasplaneten een kleur hebben?

Antwoord

Dat is toch wat simpel geredeneerd : Doorschijnend betekent niet onzichtbaar. Licht dat door een gas passeert wordt deels doorgelaten en deels verspreid. Die verspreiding is afhankelijk van de samenstelling van het gas en de golflengten die in het licht aanwezig zijn. Door de verspreiding weerkaatsen de buitenste lagen van de planeten ook een deel van het licht terug in het heelal. Zo kunnen we trouwens zien. De kleur van een gasplaneet ontstaat doordat het zonlicht op de planeet valt en een deel ervan in onze richting wordt weerkaatst.

De zichtbare atmosfeer van Jupiter is uitermate actief en bestaat uit waterstof, helium en wolken met ammoniak. Het ammoniak geeft Jupiter een witgele basiskleur. Daarnaast zijn er donderder gekleurde wolken (met concentraties waterstofsulfide) die meer rood/bruine tinten hebben. Door turbulenties nemen de wolken ook voortdurende andere vormen aan.

Het zichtbare oppervlak van de atmosfeer van Saturnus is een wat bezadigder versie van dat van Jupiter. De ammoniakkristallen in de bovenste wolkenlaag weerkaatsen het zonlicht en geven de planeet een wit/gele, beige kleur. Ze omgeven de ganse planeet. Net zoals bij Jupiter zijn er brede wolkenbanden met lichtjes verschillende kleuren.

Uranus: de atmosfeer van Uranus bestaat grotendeels uit waterstof en helium (samen 98%) en de overige 2% is grotendeels methaan. Dit methaan absorbeert het rode licht uit de zonnestraling, waardoor de atmosfeer een groene, blauwe kleur overhoudt.

Neptunus: zelfde uitleg als voor Uranus.