Dag Wouter
Bij de anorganische zouten maakt men een onderscheid tussen oplosbare en onoplosbare zouten.
Natuurlijk is dat geen zwart-wit verdeling, het is een continue schaal, maar men legt de grens op een bepaald punt.
Als je die zouten oplijst, merk je dat zouten van sommige ionen (zowel kationen, de positieve, als anionen, de negatieve) altijd goed oplossen, andere niet.
Zo zijn nitraten, acetaten allemaal goed oplosbaar, hetzelfde voor natrium, kalium, ...
Sulfaten, fosfaten zijn dan weer niet goed oplosbaar, net zoals zouten van lood, kwik, ...
Op basis van deze eigenschap kan je de ionen in groepen verdelen en kan je ze ook van elkaar scheiden en vervolgens identificeren.
Waarom lossen sommige zouten goed op in water: dat hangt af van de combinatie zout, oplosmiddel (vaak water) en intermoleculaire krachten daarin, verandering van entropie bij het oplossen.
Een aantal factoren beïnvloedt daarbij ook het oplossen.
Deels kan je op basis van dit alles wel beredeneren waarom sommige stoffen goed of slecht oplossen maar soms klopt deze redenering ook niet.
Een uitgebreide oplosbaarheidstabel vind je via de link.
Met vriendelijke groeten,
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
analytische chemie toxicologie bodemsanering