Hierbij verwijs ik bv. naar het Duits: der, die, das. Waarom is het die Freizeit, en niet der/das Freizeit?
Wie heeft bepaald dat een woord een geslacht heeft, en hoe heeft hij bepaald welk geslacht? Zou het niet makkelijker zijn geweest als alle woorden hetzelfde geslacht hadden?
Geslacht of genus is een grammaticaal concept dat in alle talen aanwezig is. Het kan verschillen in samenstelling: zo zijn er talen die slechts twee geslachten kennen, zoals de Romaanse talen, andere hebben er drie (zoals de Germaanse talen),enz.
Genus komt voor bij substantieven, maar kan ook bij adjectieven en andere woordklassen voorkomen.
Genus heeft grotendeels twee functies in een taal.
(a) het dient om te verwijzen naar de sexe van het object waarnaar het woord verwijst. In die zin is genus dus absoluut noodzakelijk: het maakt het mogelijk een mannelijke persoon / dier te onderscheiden van een vrouwelijke persoon / dier. Bv. vriend / vriendin; stier / koe, etc. Onzijdig dient dan om te verwijzen naar dingen (zonder sexe). Deze functie merken we op in het Engels, waar onzijdig naar zaken verwijst en mannelijk/vrouwelijk naar personen of eventueel dieren.
(b) het dient om de relaties tussen "woorden" in een zin of in een tekst expliciet te maken. Deze functie is voor de communicatie niet absoluut noodzakelijk, maar kan bijdragen tot meer duidelijkheid. Deze functie verklaart waarom in bepaalde talen ook adjectieven geslachtsverschillen kennen.
Punt (b) verdient verduidelijking.
Zinnen zijn, als we ze vormen, lineair. Maar elke zin heeft een hiërarchische structuur (een boomstructuur): binnen de zin zijn er woordgroepen die met mekaar samenhangen. In een zin als "mijn beste vriendin woont in een elegant wit huis", vormen "mijn beste vriendin" en "'een elegant wit huis" woordgroepen, waarbij de adjectieven de substantieven "vervolledigen". Men noemt dit bepalingen of complementen. Een taal kan de relatie tussen deze woorden aanduiden, bv door ze hetzelfde geslacht toe te kennen. Op die manier herkent men de woorden die samen horen, de woordgroepen. Dit is wat de Romaanse talen doen, veel meer dan de Germaanse talen.
Hetzelfde geldt ook voor de relaties binnen een tekst. Door middel van het geslacht kan je dus relaties verduidelijken. Als ik het heb over het huis en de tuin, kan ik daarna naar een van beide verwijzen door middel van een voornaamwoord met een bepaald geslacht: het verwijst dan naar het huis, hij naar de tuin.
Waarom hebben woorden een bepaald geslacht?
Uit voorgaande blijkt dat het genus of grammaticale geslacht kan afhangen van de sexe (of niet-sexe) van het object (de referent) waarnaar verwezen wordt. Mannelijk zijn woorden die verwijzen naar personen met mannelijke sexe, enz.
Anderzijds hebben alle substantieven een genus. Dat genus kan dus "arbitrair" zijn, dus niet gemotiveerd door de sexe van het object waarnaar het verwijst. Dan zijn er allerlei mogelijkheden. Het geslacht kan overgeërfd zijn uit een vroeger stadium van de taal of ontleend aan een andere taal, zoals die Adresse (Duits) is ontleend aan het Franse une adresse (vr.). In het Nederlands daarentegen heeft men dit woord onzijdig gemaakt, waarschijnlijk omdat het naar een zaak verwijst (dus geen sexe heeft). Soms kan dan de vorm bepalend zijn: zo zijn alle Franse woorden met het suffix -age mannelijk en deze met het suffix -(t)ion vrouwelijk. Zo zijn in het Nederlands alle verkleinwoorden onzijdig.
Woorden kunnen ook het geslacht overnemen van de algemene term (het hyperoniem). Zo zijn in het Frans alle woorden van bomen mannelijk, omdat ook het hyperoniem "arbre" mannelijk is. Vergelijk met de namen van dagen in de week, namen van auto's, etc.
Van zodra het genus niet meer gemotiveerd is door de sexe, kan het dus alle kanten uitgaan. Maar de functie van het genus als element om woorden met mekaar in verband te brengen blijft. Ook het streven naar regels in een taal blijft: de keuze van het geslacht heeft meestal wel een rationale.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Linguïstiek van de Romaanse talen en het Spaans in het bijzonder