Geloofden alle oude Grieken in hun goden en Olympus of waren er ook "niet-gelovigen"?
Het Oude Griekenland had niet één religie - het gaat om een lange periode, en er is nooit een staatkundige eenheid geweest (die eenmaking van religie zou hebben bevorderd). Wel was er voldoende gedeelde cultuur en taal om toch ook religieuze elementen te delen. Maar bijvoorbeeld de manieren waarop die beleefd werden in een cultus, verschilde sterk van plaats tot plaats.
Neem het aantal goden. Er waren 12 Olympische Goden (zeg maar oppergoden), hoewel sommigen daarvan 14 maakten: Zeus, Poseidon, Hades, Apollo, Artemis, Aphrodite, Ares, Dionysus, Hephaestus, Athena, Hermes, Demeter, Hestia en Hera. Over hun voorlopers en over de mindere goden, liepen de meningen in de Griekse Oudheid nog verder uiteen. En zelfs over de betekenis van die Olympiërs: Artemis, de maagdelijke jager-godin van Sparta, was een vruchtbaarheidsgodin met meerdere borsten in Ephesus; in Mycene was Poseidon de oppergod van de Olympiërs. Ook de scheppingsverhalen verschilden sterk. Er waren ook monotheïsten, zoals stoïcijnen en sommige platonisten. Of pantheïsten. Pythagoras en Plato (en volgens die laatste ook Socrates) geloofden in reïncarnatie en stonden vrij alleen met dat geloof. Ook de praktijken verschilden sterk: manieren van offeren, voorspelen, overgangsrituelen, geboden en verboden... Door alleen de Ilias en de Odyssee te lezen, lijkt het wel één geloofssysteem, maar dat was het duidelijk niet.
Waren er dan ook atheïsten? De term werd niet gebruikt, maar volgens Socrates werd Plato er wel (onterecht) van beschuldigd door Meletus. Diagoras ging de geschiedenis in als 'de eerste atheïst' dankzij vermelding in Cicero's De Natura Deorum. Critias zag mythologie als een menselijke uitvinding om morele normen af te dwingen. Democritus viel nooit de mythologie an sich aan, maar trachtte wel de hele wereld op een materialistische manier te verklaren. Ook Theodorus Cirenaicus en Strato van Lampsacus hadden atheïstische ideeën, maar dat dateert al uit de 3de eeuw voor Christus. Euhemerus beweerde dat godsdienstige verhalen eigenlijk een vergoddelijkte politieke geschiedenis was, en dat religie eigenlijk een voortzetting van oude politieke structuren vormde - hij was niet strikt gezien een atheïst, maar werd wel gezien als één van de eerste verspreiders van atheïsme.
Pas bij de Romeinen ontstonden er echt atheïstische stromingen. Epicurus sloot het bestaan van goden niet uit, maar legde uit dat ze zich dan niet met het wereldse bestaan mengden - zelfs de ziel was stoffelijk en sterfelijk. Lucretius stelde dat als er goden waren, ze machteloos of ongeïnteresseerd waren, en dat de mens bijgevolgd niet bevreesd mocht zijn voor het bovennatuurlijke. Sextus Empiricus stelde dat het uitstellen van oordelen over goed en kwaad leidde tot ataraxia ("geestelijke vrede"). Overigens was atheïsme ook in het Oude Rome net als in de Griekse Oudheid strafbaar - de eerste vervolging van Christenen in het Romeinse Rijk was vreemd genoeg gebaseerd op hun atheïsme!
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.