Toen ik op de Dominicaanse Republiek verbleef stelde ik vast dat er bijna geen getijdeverschil was (in februari). Heeft dit met de nabije evenaar te maken?
In de grote, diepe oceanen is de getijamplitude - of het verschil tussen hoog- en laagwater - doorgaans beperkt tot een niveauverschil van amper 0,5 tot 1 meter. Op deze uitgestrekte oceanen speelt immers enkel de aantrekkingskracht van de maan (en in mindere mate de zon), en hebben de diepte van het water of het omringende reliëf van de kust relatief weinig effect. Op heel veel kustplaatsen ter wereld zijn kleine getijverschillen dan ook doodnormaal.
Anders is het gesteld wanneer de getijgolf baaien of half afgesloten zeeën binnenstroomt. De getijgolf wordt als het ware opgestuwd bij doorgang door deze engtes. In het kanaal van Bristol (W-Engeland) komen bijvoorbeeld getijverschillen voor van wel 15 meter en in de Bay of Fundy nabij Nova Scotia (Canada) zijn getijamplitudes tot 18 meter waargenomen. En ook aan de Mont Saint-Michel in Bretagne kan het verschil tussen hoog- en laagwater oplopen tot 14 m. Hoewel de Noordzee geen dergelijke extreme tijverschillen kent, zorgen de topografie van de bodem, de vorm van de kust en allerlei andere neveneffecten ervoor dat de Noordzee een ingewikkeld getijsysteem kent. Mede als gevolg hiervan ondervindt de Nederlandse kust gemiddelde tijverschillen van ruim 1,5 m, terwijl die aan de Belgische kust met 3,9 m veel groter zijn.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Mariene, estuariene en kustwetenschappen in de breedste zin van het woord.