Antwoord
Ik citeer uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) - lemma 'achterdeel':
"Het woord is in deze opvatting ontstaan uit het oude gebruik, waaraan ook de uitdrukking kiezen of deelen haren oorsprong ontleent. Bij het verdeelen van gemeenschappelijk goed (erfenis, buit enz.) was de één, meestal de oudere broeder of hij die de verdeeling van het gemeene goed eischte, verplicht te deelen, de deelen of porties te bepalen; de ander mocht kiezen, van de aangewezen deelen datgene nemen wat hem het best beviel. Deze had dus het voordeel. Voor hem, die gedeeld had, bleef geene keus over, hij moest zich met het overgelatene vergenoegen; hij kreeg het achterdeel of nadeel, en liep gevaar het slechtste te krijgen, wanneer de beide deelen niet volkomen gelijk waren. In dat geval leed hij verlies of schade, zooveel als zijn deel minder bedroeg dan de juiste helft. Daardoor bracht achterdeel het bijdenkbeeld mede van eene ongunstige omstandigheid, van verlies of schade in 't algemeen, en deze beteekenis, die reeds in 't Mnl. aan 't woord eigen was (Mnl. Wdb. 1, 24), is vooral in later tijd de heerschende geworden. Inzonderheid in de 17de eeuw was achterdeel in dezen zin in gebruik."
Je kan overigens zelf de etymologie van heel wat woorden opzoeken met behulp van het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), dat (na registratie) gratis kan worden geraadpleegd op <gtb.inl.nl>.
Reacties op dit antwoord
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.