Een opgave over elektronenconfiguratie in mijn boek lijkt niet te kloppen met de theorie. Wat denken jullie ervan?

Tim, 20 jaar
13 augustus 2009


Hoeveel elektronen voldoen aan deze kwantumgetallen? n=5 en ms= +1/2
Als n = 5, dan weet je dat l = 0,1,2,3,4. Dat laatste vind ik vreemd, want in mijn boek staat er enkel iets over l=0,1,2 of 3 (nl. s, p, d of f orbitalen). Bestaan er nog meer orbitalen dan diegene die ik opnoemde? Hoe komt het dat de elektronen per schil 2-8-18-32-32-18-8-2 zijn en niet groter blijven worden volgens 2n^2? Hopelijk kunnen jullie het een beetje duidelijker maken voor mij!

Antwoord

Dag Tim

Ik vermoed dat die vraag enkel bedoeld is om je te laten denken en rekenen met die kwantumgetallen.
Het  aantal elektronen per schil wordt gegeven door 2 n2, dat klopt.
Maar ik denk dat je ook ergens de diagonaalregel hebt gezien, over de volgorde waarin de orbitalen worden opgevuld. Je vindt deze regel ook op Wikipedia.
Deze regel toont dat een schil niet eerst volledig wordt opgevuld voordat de volgende wordt aangevuld. De elektronen komen steeds op de laagste open plaatsen terecht, en er is heel wat overlapping tussen orbitalen van verschillende schillen.
Je zal daardoor ook niet verder komen dan f-orbitalen met de iets meer dan 100 gekende elementen. Dit wil niet zeggen dat andere schillen of orbitalen niet bestaan, ze worden gewoon nog niet bezet want niet nodig. Vergelijk het met een concertzaal met plaats voor 10000 man en maar 1000 toeschouwers, dan hoef je de hoogste rijen ook niet op te vullen, laat iedereen maar dicht bij het podium zitten.

Hopelijk is dit voldoende duidelijk?

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be